Roadtrippen in Portugal

Ericeira Harbour

 

Met een auto onder je billen de kust van Portugal afrijden. Om even uit mijn drukke leven in Scheveningen te ontsnappen; er is niets mooier dan dat. In die kleine baaien met indrukwekkende rotsen en kliffen, met die verse vis en grote caipirinha’s voel ik me vrij. Daar kom ik tot rust en geniet ik van al het moois dat de kust rondom Lissabon te bieden heeft.

Voor de woeste golven, de prachtige natuur en de leuke mensen ging ik vorig jaar alweer voor de derde keer dit jaar naar Portugal. De verse vis, de Latijnse muziek en de zonnige stranden; ik kon er geen genoeg van krijgen. Met het populaire vissersdorp Ericeira als uitvalbasis maakte ik samen met mijn vrienden een ‘roadtrip’ langs de Portugese kust. Van de deftige villa’s in Cascais tot de smalle steegjes van Afalma (een volkswijk in Lissabon); van de statige kastelen in Sintra tot het wilde strand van Guincho; en van de leuke boten in de haven van Ericeira tot de lelijke flats in Peniche. Op zoek naar de mooie golven om op te surfen en het echte Portugese leven gingen wij overal langs.

Portugal is leuker dan Frankrijk

Waarom zou je naar Portugal gaan als je ook naar Frankrijk kan, denken veel mensen. Frankrijk is lekker dichtbij; daar kun je met de auto in een dag heen rijden en ze hebben er van dat knapperige stokbrood met kaas. Nee, mis. Portugal is tien keer leuker dan Frankrijk. De mensen zijn er open en kijken niet zo chagrijnig als hun Franse collega’s. Door de zuidelijke ligging is het er lekker warm, de zon schijnt veel en toch is het in de omgeving van Lissabon erg groen. De grasvlaktes wisselen ze zich af met prachtige rotspartijen en indrukwekkende kliffen. De natuur is er prachtig. En als je daar op een terras neerploft en een drankje wil bestellen, dan betaal je je niet blauw. Sterker nog, op sommige plekken is het spotgoedkoop. In de kleinere dorpen kost een bakkie koffie slechts zeventig eurocent en een kop thee een euro. Dat hoef je bij zo’n deftige Franse ober niet te proberen.


 Op zoek naar Ericeira

Na een zware nacht in Lissabon (met een Portugese vriend Antonio Oliveira was ik om één uur ’s nachts nog naar de film geweest) wilde ik de volgende ochtend niets liever dan surfen. Mijn drang naar het zoute water was zo enorm, dat ik mijn kater negeerde, mijn vrienden de autosleutels ontfutselde en in de auto stapte. Op naar Praia Grande, het enorme strand, dat vlakbij de schilderachtige plaats Sintra gelegen was. Die enorme kastelen van Sintra zou ik later wel bekijken, ik wilde nu eerst een duik in zee. Bij Praia Grande was de zee echter niet mooi. De hoge golven sloegen recht op de kust, het water was wild en hier wilde ik er niet in. Ericeira, zei een lokale surfer, daar moet je heen.

Zonder een kaart en zonder een tomtom (jaja, dat is mogelijk) was het echter wel een avontuur om die bekende badplaats te vinden. Rijd eerst naar Azenhas do Mar, dan naar São João das Lampas en dan kom je via Carvoeira in Ericeira zo werd mij door een oud opaatje uitgelegd. Bij de eerste bocht reed ik natuurlijk verkeerd, maar uiteindelijk kwam ik na nog drie keer vragen en een hoop omwegen wel in Ericeira (dat zo’n 45 minuten rijden van Lissabon vandaag ligt) terecht. En dat ik dan een paar keer om was gereden, dat maakte me verder niet zoveel uit. De weg er naar toe, met al die kleine dorpen en groene vlaktes, was prachtig. En mijn eindbestemming al helemaal.


De baai Ribeira d’Ilhas

Een baai, een zandstrand omgeven door reusachtige, imponerende kliffen, waar de hoge golven tegen aan knallen. Mijn favoriet plek in Ericeira is Ribeira d’Ilhas. Natuurlijk, de golven zijn er mooi en je kunt er goed surfen. Maar dat is niet het belangrijkste. De puurheid van de natuur, de geweld van het water en het prachtige uitzicht. Dat maakt deze baai zo bijzonder. De rivier die er door heen stroomt, de hoge kliffen en het witte zandstrand, waar je als je via een wenteltrap omhoog klautert, op uitkijkt. Dat maakt het een fantastische plek om te zonnen, om van de natuur te genieten en natuurlijk om te surfen.

,,Voor mijn sportcarrière ben ik de hele wereld over gereisd,’’ vertelt de goedlachse eigenaresse van het Chill In Ericeira Surfhouse. ,,Hawaï, Zuid-Afrika, Tahiti. Overal ben ik geweest. Maar voor mij is er niets zo mooi als Ericeira. Al sinds mijn geboorte kwam ik hier vier maanden per jaar om te logeren bij mijn oma, die hier een huis had. Ik ben verliefd op dit kleine vissersdorp, waar de mensen nog simpel en eerlijk zijn. Hier kun je een vredig leven leiden zonder de drukte en al het verkeer van de grote stad. Het weer is er goed, de natuur is geweldig en als ik dan toch behoefte heb om naar een theater of bioscoop te gaan, dan pak ik mijn auto en dan ben ik binnen 45 minuten in Lissabon.’’ Ze is dol op het goede eten van de kleine visrestaurants en ze geniet van de warme lokale gemeenschap.

Maar laten we eerlijk zijn Joana Rocha, een grote Portugese surfster, is maar voor één ding echt naar Ericeira verhuisd en dat zijn de golven. Met de grote baaien, het kleine zandstrand en enorm veel rotsen is het dorp een grote speelplaats voor de golfsurfers. Het is niet voor niets uitgeroepen tot een ‘nationaal surfreservaat’, dat behouden moet worden. Rocha en haar maten halen de grootste capriolen uit op de woeste golven en vermaken zich er prima.


Peniche

Een uur rijden van Ericeira ligt nog zo’n schattig, maar soms ook grimmig dorp, genaamd Peniche. Het heeft een leuke haven, dat gebouwd is op een schiereiland. Je kunt er heerlijk verdwalen in die kleine straten, maar je moet er ook oppassen, want niet elke buurt is even veilig. ,,Ik houd niet zo van Peniche,’’ zegt Jorge Dias, eigenaar van het Ericeira Sea Sound Guesthouse. ,,De mensen zijn er minder aardig dan bij ons. En je moet er op je spullen letten, want er zijn daar al aardig wat auto’s open gebroken.’’

Toch blijft Peniche een populaire vakantiebestemming onder Nederlanders en Engelsen, die in de baai van Baleal hun surflessen volgen en van de zon genieten. Baleal heeft een prachtig zandstrand, waar de golven rustig naar binnen rollen. Het is ideaal om te leren surfen en als je aan het einde van de middag moe en voldaan het water uitstapt, dan kun je nog even lekker nagenieten in de lokale strandbarretjes. Het eten en drinken kost er niets en ze hebben er nog gratis internet ook. Op de parkeerplaats achter het strand staat het vol met volkswagenbusjes en andere campers van toeristen, die daar hun kamp op hebben geslagen. Er heerst nog een echte hippiecultuur, die je in de rest van Europa (mede door de strenge regels) bijna niet meer kunt vinden.


Lissabon

Lissabon, de hoofdstad van Portugal, gebouwd op de oevers van de Taag, een grote rivier die dwars door het centrum van de stad heen kronkelt. Je kunt en wilt er niet om heen. Antonio Oliveira, een arts van het lokale ziekenhuis, liet mij de pracht en praal van deze stad zien. Als een echte gids loodste hij mij door de kleine straten van Afalma, de volkswijk, heen en liet mij de beste plekjes van de stad zien. Over de befaamde trambaan (met een oude historische tram) klommen wij langs een oude kathedraal (de bekendste en oudste van Lissabon) omhoog en kregen het ene na het andere prachtige uitzicht te zien. We dronken sangria op een terras met een geweldig uitzicht op de Taag, de Ponte (brug) 25 de Abril en het grote beeld van Christus Rei.

Het leek alsof ik vanaf dat punt de hele stad had gezien, maar dat was niet zo. Want na een half uur lang ploeteren omhoog kregen we een nog beter beeld van de ‘skyline’ van Lissabon te zien. ,,Kijk, in dat ziekenhuis werk ik,’’ vertelde Antonio, terwijl we met de ondergaande zon over de stad heen keken. ,,Daar aan de overkant van de rivier vind je Caparica, het zuidelijke gedeelte van de stad. En daar ligt Praça de Comércio, het grote plein aan de Taag, waar vroeger (voordat Portugal in 1910 een republiek werd, red) de koning woonde.’’

Terwijl hij van alles over de stad vertelde, verdween ik bijna in de grote bruine ogen van deze knappe Portugees, die ook nog dokter was. Zou ik dan toch naar Portugal verhuizen? Toen we even later op de hoogste (vijfentwintigste) etage van het Sheratonhotel stonden (tip!) en echt over de hele stad heen konden kijken, wist ik het zeker. Lissabon is mooier dan Parijs en leuker dan Londen. In deze stad, met al die oude wijken, met die grote rivier en de oceaan op een steenworp afstand, zou ik oud willen worden.